De verkiezingen liggen alweer even achter ons en onze nieuwe raadsleden zijn flink aan de bak gegaan. Om nu eens een kijkje achter de schermen te geven hoe het werkt in de politiek laten we ons raadslid Nita Graafland aan het woord die terugblikt over haar eerste maanden in de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp. Nita richt zich met name op de dossiers die betrekking hebben op ruimtelijke ordening: 

“Afgelopen periode was voor mij een heftige tijd binnen de raad. Er stonden een tweetal juridische kwesties geagendeerd waarop ik helemaal los kon gaan. Dit behoeft enige toelichting. Als docent recht op een hogeschool kijk ik altijd reikhalzend uit naar de juridische stukken die ter beraadslaging worden geagendeerd. Ten eerste omdat ik daarin mijn expertise kwijt kan en ten tweede omdat ik dan ook weer leerzame stof uit de praktijk heb voor mijn studenten. In dit geval hadden beide onderwerpen betrekking op bestemmingsplannen, geen onderwerpen waar mijn studenten warm voor lopen, want – om even met de woorden van mijn studenten te spreken – “mevrouw, dat is echt saaaaaai”. Maar saai of niet, bestemmingsplannen zijn erg belangrijk voor een gemeente en voor haar inwoners.

Want in zo’n plan staat belangrijke informatie over hoe de bestuursorganen binnen de gemeente denken over wat er moet gebeuren met het gemeentelijk grondgebied. Hoe richten we onze gemeente in, wat mag er, kan er en waar mag het? In een gemeente met veel glastuinbouwgebieden komen er veel diverse plannen voorbij. Goede formuleringen van regelgeving zijn dan erg belangrijk. Niet alleen vanwege de rechtszekerheid (ondernemers en burgers moeten weten wat er gebouwd kan worden en hoe ze nieuwe initiatieven vorm kunnen geven), maar ook voor de beslissingsbevoegdheid van het college. In welke gevallen moet een aanvraag worden vergund en in welke gevallen is er ruimte voor afwegingen.

In de geagendeerde stukken zag ik dat er mooie regelgeving klaarlag waar iedereen wat aan had. En toch zette een nadere bestudering ervan mij aan om in de pen te klimmen. De docent in mij wilde van de ingeleverde stukken, die zeker op het cijfer 8 konden rekenen… een 10 maken. Ik hoor vaak van mijn studenten, dat zij schrikken bij het vooruitzicht van mevrouw Graafland als kritische, doch rechtvaardige examinator. Deze schrikreactie heb ik ook binnen de raad mogen ervaren. Hoewel niet iedereen staat te springen bij het vooruitzicht van een kritische lezer, heb ik wel gemerkt dat niemand in principe tegen aanscherping van regelgeving is, mits die aanscherping toeziet op verduidelijking en verheldering.

Maar er is nog een zekere voorzichtigheid, dat snap ik ook wel, want het is ook een kwestie van vertrouwen hebben in de kennis en kunde van raadsleden. Daar waar mijn studenten mijn aanwijzingen wat makkelijker opvolgen ligt het in de raad soms wat gecompliceerder. Er zijn meerdere factoren die een rol spelen. Ik moet leren hiermee om te gaan. De volgende vragen gaan door mijn hoofd: hoe beweeg ik me in het politieke debat, waar zet ik op in, hoe moet ik het brengen, et cetera. Afijn, de komende 4 jaren ben ik naast mijn werk als docent in de avonduren dus ook raadslid. De taak die wij raadsleden hebben is die van controlerend orgaan en die pak ik op door kritisch te kijken naar situaties die daarom vragen. Was getekend, Nita Graafland”

Deel dit:

Laat een reactie achter


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.