Nu het Songfestival achter de rug is, zijn al snel de blikken gericht op het WK-voetbal in Brazilië. Oranje speelt op 13 juni z’n eerste wedstrijd en wel tegen de regerend wereldkampioen Spanje. Zowel bij het Songfestival als bij het laatste WK (2010) zijn ‘we’ tweede geworden.
Dat het songfestival een ‘politiek tintje’ ging krijgen -een statement maken voor LHTB-ers-, hadden we ten tijde van onze meest succesvolle inzending van de afgelopen 40 jaar, Ding-a-dong van Teach-In (1975) niet kunnen bevroeden. In de jaren 70 was daarentegen politiek en voetbal al een vaak voorkomende twee-eenheid. Ouderen onder ons herinneren zich maar al te goed de actie van Bram Vermeulen en Freek de Jonge ten tijde van het WK in Argentinië (1978). En de populariteit van Johan Cruijff is mede te danken aan het feit dat hij als Barcelona-speler in 1974 zijn zoon Jordi genoemd had, een op dat moment door het Franco-regime verboden naam (Jordi is naar de Catalaanse beschermheilige Sant Jordi genoemd).
Het is trouwens goed dat ex-voetballer Romario de wereld nu wijst op de misstanden in de Braziliaanse maatschappij, waar alles kan voor de organisatie van het WK, maar niets voor de zwakkeren in het land.
Over de relatie tussen voetbal en politiek is al veel geschreven. Volgens Cruijff is voetbal de voorbode van wat zich in de samenleving gaat afspelen, een uitspraak die hij al 30 jaar geleden deed. Wel, bondscoach van Gaal moet roeien met de beperkte riemen die hij heeft; weinig spelers hebben dit jaar een grote prijs gewonnen en hebben internationaal veel ervaring opgedaan, In de maatschappij zullen we ook steeds meer moeten roeien met de beperktere riemen die ze hebben.
Sommige uitspraken van Cruijff lenen zich uitstekend voor vergelijkingen met de politiek. Zo moest ik onlangs aan het volgende denken: “voetbal is een sport van fouten en degene die de minste fouten maakt wint”. Dat klopt als een bus, want het team dat de minste kansen verprutst, het minst balverlies kent, het minst op snelheid gepasseerd wordt, het minst in een schijnbeweging trapt, het minst een bal doorlaat enzovoorts zal het vaakst winnen. En een team moet het doen, niet elf individuen!
In de politiek is het niet anders. Als er in de landelijke politiek fouten worden gemaakt, door verkeerde keuzes of geen goede uitleg, heeft dit effect op de verkiezingen in de gemeente. Dat hebben de VVD en PvdA op 19 maart gemerkt.
Ook de Cruijffiaanse wijsheid ‘Als wij de bal hebben, kunnen zij niet scoren’ is van toepassing op de politiek. De grootste partij neemt immers de leiding in de vorming tot een coalitie. In Pijnacker-Nootdorp heeft het CDA die rol overgenomen van de VVD. Gezien de perikelen van de colleges tussen 2010-2014 en 2006-2010 is het begrijpelijk en verstandig dat het CDA niet over een nacht ijs gaat. Ook andere partijen zullen erbij gebaat zijn dat er een degelijke en liefst brede basis is.
Er is geen ene partij die exact weet hoe soepel of moeizaam de decentralisaties gaan verlopen. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat dit niet gepaard zal gaan met kinderziektes. Dat is ook de reden dat Eerlijk Alternatief de nadruk legt op de zorgvuldigheid waarmee dit proces moet kunnen plaatsvinden.
Dat er een voldoende vangnet is voor als er toch meer zorg nodig is voor kwetsbaren dan er begroot is, dat er dan-indien niet anders kan-een beroep op reserve aangeboord kan worden. Geen blanco cheques, maar wel een spaarpot die ook gevuld kan worden door ‘degelijk en breed’ te denken. Een uitstekend voorbeeld hiervan werd recent gegeven door wethouder Kievit, van de ChristenUnie, uit Kampen. In een interview met het VNG-Magazine vind je het volgende: Niet het zorgbudget, maar de zorg- of ondersteuningsvraag is leidend voor wethouder Kievit: “Natuurlijk hebben wij ook van de raad het kader meegekregen dat we binnen het budget moeten blijven. De vraag is hoe ver je mag gaan met het ontschotten van budgetten. Mag je geld voor vervoer van gehandicapten bijvoorbeeld combineren met het budget voor leerlingenvervoer, of huishoudelijke hulp combineren met begeleiding? Zelf vind ik dat het budget voor speeltuinen hoort bij de wethouder welzijn, omdat speeltuinen bedoeld zijn om kinderen goed te laten opgroeien. Maar het geld zit nu bij de afdeling beheer openbare ruimte.”
Er moet daarom veel meer vanuit de inhoud worden gedacht, vindt Kievit. En, om bij het voorbeeld van de speeltuinen te blijven, het eigen netwerk van de bevolking zal optimaal benut moeten worden. Ouders van kinderen hebben ook een rol in het beheer en toezicht van de speeltuin. Hetzelfde geldt voor clubhuizen en dorpshuizen. ‘Subsidie moet niet naar stenen gaan, maar naar de inhoud.
Voor meer info lees dit artikel
Ilse en Waylon zouden volgens velen niet hoog scoren, maar werden door goede regie en door een goed lied toch tweede. Ik hoop dat in onze gemeente ook hoog gescoord gaat worden op de zorgladder.
Dat moet kunnen door effectief en efficiënt de bal te spelen in een goed team!
Met vriendelijke groet,
Erik Bevaart