Reactie van Eerlijk alternatief op de antwoorden:
1. De instelling treedt niet op als vervangende ouder, ‘ de instelling ‘ zijn behandelaars. De verantwoordelijkheid ligt dus niet bij de instelling maar bij de ouders / wettelijk vertegenwoordigers.

2. Het gaat niet om een gezinsvoogd (die is inderdaad ter ondersteuning) maar om een voogd, die heeft gezag. De wethouder is niet helemaal goed op de hoogte, de WSG kan ook voogden hebben, Ipse de Bruggen heeft te maken met de WSG ( meer gespecialiseerd in onze doelgroep) en Bureau Jeugdzorg. Het gaat erom wie het gezag heeft, dus of de ouders (die soms een gezinsvoogd hebben ter ondersteuning) of een voogd – die het gezag heeft.

3. Het knelpunt zit’m erin dat ouders meestal niet willen dat hun kinderen in een instelling verblijven (zijn gekomen met een UitHuisPlaatsing of OnderToezichtStelling (dus geplaatst via de rechter). De motivatie van ouders om verantwoordelijkheid te nemen is dus minimaal. Vaak hebben ouders zelf ook een verstandelijke beperking. De groep kinderen met steeds ernstiger gedragsproblematiek wordt steeds groter.

4. De kinderen die bij Ipse de Bruggen verblijven gaan steeds vaker naar cluster 4 onderwijs. Het kind verblijft dus op Craeyenburch maar gaat elders naar school. Groot probleem hierbij is dat de gemeente te weinig capaciteit heeft, de scholen in de gemeente zitten vol, maar vaak ook de dichtstbijzijnde in Delft. Zij wijken nu al uit naar Den Haag. (Schilderswijk dus niet echt bevorderlijk voor deze doelgroep)

5. Dit staat niet los van het leerlingenvervoer, dit gaat om cluster 4 scholen, leerlingenvervoer wordt afgewezen of op basis van openbaar vervoer vergoed. Het gaat om het kunnen – aankunnen verhaal. Ze kunnen wel reizen met het openbaar vervoer, maar komen niet aan op school (stappen uit in de Boogaard of veroorzaken overlast). Begeleiding kan niet mee.

6.Er worden kinderen doorgeplaatst naar Schakenbosch overigens niet alleen door de rechter geplaatst.

7.Ipse de Bruggen zijn geen vervangende ouders maar behandelaars.
Bijzonder hierbij is dat de gemeente Ipse de Bruggen in dit geval hen ziet als ‘vervangende ouders’, de aanvraag van het leerlingenvervoer mag niet meer door Ipse de Bruggen worden aangevraagd maar moet het door de wettelijk vertegenwoordiger (dus wettelijk geldt het vervangende ouder niet).
Er zijn geen gezinnen van 12 kinderen (in dezelfde leeftijd die allemaal naar verschillende scholen moeten en allemaal een stoornis hebben).

En dan nog iets algemeens;
Er zijn sowieso te weinig plekken op scholen in de Gemeente.
Uitbreiding Kraaiennest (op Craeyenburch) is ook geen optie (hier hoopt de wethouder op) Zij starten met 1 klasje voor de eigen (jongste leerlingen) Het worden uiteindelijk 2 klassen. Nog te weinig capaciteit.
Verder moet je blijkbaar ook toestemming vragen om, als de kinderen vervoer krijgen, ze bij de locatie af te laten halen. De gemeente wil en verzamelpunt. Dat kan niet vele in die doelgroep. Veel kinderen wonen niet voor niets in een locatie met een groot hek eromheen. Ze “vliegen” overal naar toe.
Je ziet een verschuiving in de zorg: er zijn steeds vaker kinderen met ernstige gedragsproblematiek.
Het college kan voor een beperkt aantal kinderen een uitzondering maken in de verordening. Men kan namelijk een beroep doen op de hardheidsclausule. Die hebben wij bedacht om een uitzondering te kunnen maken. Het gaat momenteel om 6 kinderen die in een instelling wonen. Ik wil daarom straks een motie indienen over het toepassen van de verordening.In beleidsregel 3 staat dat ouders verantwoordelijk zijn voor het vervoer. Zij moeten zorgen dat het kind op school komt. Wat doen wij met ouders die niets willen omdat het kind, om welke reden dan ook, uit het biologisch gezin is geplaatst naar bijvoorbeeld een instelling?

Dit waren de vragen:

Soms krijgen kinderen een voogd toegewezen. In sommige gevallen is gebleken dat de voogd niet goed te bereiken is en feitelijk verzuimd in zijn of haar taak. Wat doen we dan?

In beleidsregel 9 staat dat een leerling die onaangepast gedrag vertoont zich moet verbeteren en dat de ouders de begeleiding dienen te organiseren. Wat doen wij met leerlingen die ouders hebben die niet kunnen ingrijpen omdat zij zelf een geestelijke of fysieke beperking hebben?

Wat doen wij met kinderen die zich onaangepast blijven gedragen door de beperking?

Welke diagnose is wel toereikend voor een individuele aanpassing en welke niet?

Er is een kleine groep leerlingen met een verstandelijke beperking die om welke reden dan ook onaangepast gedrag blijft vertonen. Beleidsregel 10 geeft aan dat er bij crisis binnen 6 weken een school dichtbij gezocht moet worden.

Wij hebben geen cluster 4* school in de gemeente voor de licht verstandelijke doelgroep. Er is ook geen RMPI (heet tegenwoordig Yulius*) in de gemeente.
(*Yulius behandelt en begeleidt kinderen en jongeren met psychische problemen. Voor kinderen en jongeren met onderwijsbelemmeringen en gedragsproblemen die voortvloeien uit psychiatrische problemen (cluster 4-indicatie) biedt Yulius (voortgezet) speciaal onderwijs, ambulante begeleiding en arbeidstoeleiding. *Cluster 4 is voor leerlingen met gedragsproblemen of langdurig psychiatrisch zieke kinderen. Een leerling kan pas naar het cluster 4 onderwijs als er een indicatie is afgegeven door de Commissie voor de Indicatiestelling)

Er zijn dus kinderen die in een behandelcentrum zitten in bv Rotterdam of Barendrecht en daar ook onderwijs krijgen. Hoe gaan we dit oplossen?

Daarnaast zijn er kinderen die overal worden afgewezen vanwege het moeilijke gedrag ook bij bijvoorbeeld de Pleijzierschool* in Delft. (*Speciaal Onderwijs voor jongeren met een gedragsstoornis en/of psychiatrische problematiek) Wat doen we met die kinderen?

Een optie is om hen naar Schakenbosch* te laten gaan (* is een samenwerking van Jeugdformaat en Ipse de Bruggen. Is een gesloten behandelcentrum jeugdzorgplus voor jongeren met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblemen).
Willen we dat die kinderen naar een gesloten inrichting gaan? Hoe ziet de wethouder dat?

Als laatste nog een dilemma. U zegt dat u de instelling min of meer als een gezin ziet. Hoe ziet u dat? Verwacht u dat één personeelslid op buurtschap Craeyenburch 6 kinderen met een verstandelijk beperking naar diverse scholen brengt?

Wij wachten de antwoorden af voordat wij een besluit kunnen nemen. 

13UIT08224 beantwoording vragen EA over Leerlingenvervoer.pdf   13UIT08224 beantwoording vragen EA over Leerlingenvervoer.pdf

CONCEPT Motie EA leerlingenvervoer    Concept Motie EA Leerlingenvervoer

Deel dit:

Laat een reactie achter


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.