Gisteren kreeg ik het heugelijke nieuws te horen dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp, vanuit IJsland, precies een bedrag van €3.846.488,78 op haar bankrekening had ‘gekregen’.
Op 19 september 2008 stortte de gemeente vijf miljoen en op 29 september zeven miljoen op de IJslansde bank Landsbanki. Op vrijdag 9 oktober viel die bank om. Voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp leek daarmee twaalf miljoen verloren.
Naar aanleiding van dit gebeuren heeft de gemeenteraad het treasurystatuut aangepast. We zetten nu alleen maar geld op heel veilige banken. Dat het storten dom was bleek wel uit het feit dat er diverse banken, begin oktober 2008, omvielen. Waaronder de Amerikaanse bank Lehman, die op 15 september surseance van betaling (uitstel) vroeg.
Onze burgemeester, Rik Buddenberg, nam het initiatief als voorzitter financiën van de Vereniging Nederlandse Gemeenten om alle partijen bij elkaar te roepen. Twee provincies en vele gemeenten namen gezamenlijk een advocaat in de armen om een claim van 170 miljoen neer te leggen.
Rik bewandelde met zijn groep (namens de gemeenten), zeer tegen de wil van toenmalig minister van Financiën Wouter Bos, een eigen weg en legde zich niet neer bij de voor de gemeenten onvoordelige wijze van claimen van het Rijk. Hier was zelfs een uitspraak van de Raad van State voor nodig.
Dat is een goede zet geweest voor de gemeenten en daarom de complimenten voor deze door onze burgemeester gekozen weg.
Of er nog meer geld terug komt, hangt af van de failliete boedel in IJsland. De gemeenten krijgen in ieder geval de voorrang bij het aflossen van schulden. De rente van de lening van 12 miljoen en de gemaakte juridische kosten krijgen wij natuurlijk nooit terug.
Kortom complimenten aan de burgemeester voor de koers!