Bert sprak vanavond vanuit zijn ervaring als voormalig lid van het korps Pijnacker over de ontvlechting van de brandweer (zie bijlage zijn betoog).
Maar hij dook ook even de geschiedenis in. (lees verder)
Zijn vader was in Noordwijk al brandweerman en zijn zoon nu ook weer. Ruim 76 jaar is zijn familie betrokken bij het vrij willig brandweerwezen. Toen hij in 1973 lid werd van dit korps had ieder buurt nog een eigen pomp.
Zo stond er één in de Oude Lede, in Delfgauw, de Katwijksebuurt en in Pijnacker zelf (dat noemde men in brandweer termen de kom) en beschikte ze over een blusvoertuig (een zogenaamde Inter)
Hij zat daar als manschap achterin en als de chauffeur geen brul gaf bij t remmen schoot hij bijna door de voorruit naar buiten. Dat was ook de tijd dat het voertuig in de Emmastraat stond (waar nu ongeveer van Atten zit). Nou kwam het in die tijd nog voor dat er strenge winters waren en om de pomp vorstvrij te houden werd er spiritus ingegoten. Maar u begrijpt als je dan ging blussen en men was vergeten de eerst 20 liter water niet op de brandhaard te richten dat dat soms grote hilariteit opwekte bij de omstanders. Want kijkers genoeg als de sirene aankondigde aan dat er wat loos was in het dorp .Er ontstond soms een ware oploop rond de garage van waar uitgerukt werd.
In de eind jaren 70 zijn de posten opgeheven en dat ging toen niet zonder slag of stoot. Hij weet nog dat de ploeg uit de Oude Lede de meeste tegenstand bood met de toenmalige bevelvoerder Lede Ries Slappendel . Hij was uiteindelijk de eerste beroepscommandant in Pijnacker………..